Noks Nauta, Open Universiteit Nederland, Heerlen, 2004, fulltext online.

Huisartsen en bedrijfsartsen met een gemeenschappelijke patiĆ«nt overleggen zelden met elkaar. De wil om samen te werken is er aan beide kanten, waarom lukt dit dan nog niet? Sociaal-psychologische factoren spelen een belangrijke rol, constateert Noks Nauta in haar proefschrift ‘Een vertrouwenskwestie? Over het samenwerken van huisartsen en bedrijfsartsen’. Met name vertrouwen blijkt een cruciale voorwaarde voor het welslagen van de samenwerking. Meer contact leidt tot een groter vertrouwen alsook tot een grotere waardering voor de samenwerking.

Nederland telt in 2004 ongeveer 10.000 huisartsen en rond de 2500 bedrijfsartsen. Een werknemer die een langer durende klacht of aandoening heeft, krijgt vaak met beide artsen te maken. Zeker als de klachten relevant zijn voor het werk, zoals bijvoorbeeld lage rugklachten of psychische klachten. Huisartsen en bedrijfsartsen overleggen echter zelden. Het is natuurlijk onplezierig en onwenselijk wanneer deze artsen verschillende adviezen geven. Beide groepen artsen willen wel beter samenwerken. Waarom lukt dit dan nog niet?

In het proefschrift Een vertrouwenskwestie? Over het samenwerken van huisartsen en bedrijfsartsen worden inzichten uit de sociale psychologie gebruikt om nader te verklaren waarom de samenwerking nog niet goed verloopt. Deze inzichten zijn onder meer bekend uit onderzoek naar het samenleven van groepen mensen, maar nog niet eerder onderzocht bij medische beroepsgroepen. De resultaten kunnen worden gebruikt voor activiteiten om de samenwerking te verbeteren.